Kroes eiste dat Fortis bij de overname van ABN Amro een onderdeel van deze bank verkocht, namelijk HBU. Die verkoop onder moeilijke marktomstandigheden sloeg volgens Hessels ,,een geweldig gat” in de financiën van Fortis van zo’n 1,1 à 1,2 miljard euro. Dat er vanwege eerlijke concurrentie een deel verkocht moest worden, bestrijdt Hessels niet. Maar hij had liever een andere keuze gemaakt. ,,Nu waren de consequenties disproportioneel groot.”

Tweede Kamerlid en huidig staatssecretaris Frans Weekers (VVD) leverde voor de enquêtecommissie al eerder stevige kritiek op de interventies van zijn partijgenote Kroes. Hij noemde het ,,onbestaanbaar” dat Kroes de Nederlandse Staat heeft gedwongen een deel van ABN AMRO te verkopen terwijl de kredietcrisis nog hevig woedde. Dat heeft de Nederlandse belastingbetaler behoorlijk wat geld gekost, stelde hij.

Verkopen

Kroes eiste dat ABN Amro het dochterbedrijf zou verkopen omdat het concern anders een te sterke positie op de zakelijke bancaire markt zou krijgen. Het is nog onbekend wanneer Kroes zelf voor de enquêtecommissie verschijnt.

Hoogleraar Sweder van Wijnbergen deed er vrijdag nog een schepje bovenop. Hij meende dat er achteraf gezien ,,veel onbegrip” was bij de Europese Commissie over de verlening van staatssteun. De maatregelen die banken opgelegd kregen, hadden volgens hem niets te maken met mededinging. ,,Ik zie het verband niet tussen de verkoop van internetspaarbank ING Direct in Amerika en de mededinging in Europa”, zei de hoogleraar, die in dit verband sprak van een ,,wraakactie”.

Die staatssteun werd noodzakelijk toen een 'private oplossing' van de in problemen geraakte banken geen haalbare kaart bleek. Zo'n ,,Nederlandse oplossing'' had wel de voorkeur van De Nederlandsche Bank, zei donderdag Rudi Kleijwegt, destijds directeur toezicht. Uiteindelijk kwam het niet tot een overname, waarna de overheden van Nederland, België en Luxemburg ieder een belang in Fortis namen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl